Ook met meer dan 20 jaar ervaring in vergunningenland maak je af en toe dingen mee die totaal nieuw zijn. Vorige maand gebeurde er weer een dergelijk voorval. Zo één waardoor je weer weet dat je nooit te oud ,of te ervaren bent, om te leren.

Na wat gedoe waren de vergunningen geregeld voor het aanleggen van een aantal nutsvoorzieningen voor een nieuwbouwproject. Omdat de omgeving overlast zou hebben van de werkzaamheden, was iedereen geïnformeerd, inclusief een paar bedrijven. Vlak voor het ‘moment suprême’ ontstond opeens ophef bij één van de bedrijven. Men was het niet eens met het tijdstip van de werkzaamheden en maakte flink heibel.

De heibel bestond uit het verbaal onheus bejegenen van de mensen die het werk zouden uitvoeren. Daarbij werd duidelijk gemaakt dat het onverstandig zou zijn om daadwerkelijk te beginnen met de werkzaamheden. Niet veel later werd een telefoontje ontvangen van een handhaver die het werk stil liet leggen. Waarom werd niet duidelijk.

Wat te doen?

De handhaver belde om het werk stil te leggen, maar het werd niet duidelijk waarom het werk werd stilgelegd. De werkploeg had, begrijpelijk, geen zin meer om aan het werk te gaan die dag. Er werd een nieuwe datum geprikt en afgestemd met de omgeving waarna het werk een paar weken later alsnog is uitgevoerd.

Maar hoe zit het met de juridische situatie waarin we terecht waren gekomen? Er was handhavend opgetreden door de gemeente. Het werk was stilgelegd, maar niemand kon vertellen waarom. Hieronder leggen we uit wat er, juridische gezien, aan de hand was en wat de mogelijkheden zijn in een dergelijke situatie.

Het stilleggen van (bouw)werkzaamheden door de gemeente

Werkzaamheden, bijvoorbeeld het aansluiten van water, elektriciteit en/of datakabels voor een appartementencomplex, kunnen stilgelegd worden door de (bouw)toezichthouder van de gemeente. Wanneer de werkzaamheden met onmiddellijke ingang stilgelegd worden, wordt er door de handhaver namens de gemeente gebruik gemaakt van de bestuursrechtelijke bevoegdheid tot het opleggen van spoedeisende bestuursdwang.

Beginselplicht tot handhaving bij een overtreding

Handhavers van de gemeente controleren veelal of werkzaamheden volgens afspraak plaatsvinden. Zo waarborgt de gemeente de veiligheid van inwoners. Ook probeert de gemeente hiermee te voorkomen dat gemeentelijke of particuliere eigendommen beschadigd raken.

De aanleiding voor het opleggen van een last onder bestuursdwang zal beschreven moeten worden in het constateringsrapport van de handhaver. Er moet in de meeste gevallen sprake zijn van een overtreding voordat overgegaan kan worden tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie. Een voorbeeld van een overtreding die kan leiden tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie is overtreding van de coronamaatregelen.

Wordt een overtreding van de wet- en regelgeving en/of afspraken geconstateerd door de handhaver, dan moet de handhaver namens de gemeente van de bevoegdheid tot handhaving gebruik maken. Dit wordt de beginselplicht tot handhaving genoemd.

Slechts onder bijzondere omstandigheden kan van de beginselplicht tot handhaving afgeweken worden. Van een bijzondere omstandigheid is sprake als er een concreet zicht op legalisatie bestaat. Een andere bijzondere omstandigheid is de situatie waarin handhavend optreden zodanig onevenwichtig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie moet worden afgezien.

Last onder bestuursdwang

Een last onder bestuursdwang is een herstelsanctie. Het is een last tot een geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en de verplichting om te dulden dat het bestuursorgaan de last door feitelijke handelen ten uitvoer legt, als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

Nadat het constateringsrapport door de handhaver opgemaakt is, zal de gemeente met een schriftelijk besluit moeten komen om gebruik te kunnen maken van haar bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Is de situatie zo spoedeisend dat zelfs een dergelijke beschikking niet kan worden afgewacht, dan kan, zoals eerder genoemd, spoedeisende bestuursdwang worden toegepast. De werkzaamheden kunnen dan met een mondeling bevel door de handhaver onmiddellijk worden stilgelegd, nog voordat het besluit op schrift staat. Dat is het geval in de voorgenoemde situatie. De gemeente dient dan wel zo snel mogelijk alsnog het besluit op schrift te stellen. Echter, in de voorgenoemde situatie heeft de gemeente dat niet gedaan. Dan speelt de vraag wat hier tegen gedaan kan worden.

Rechtsbescherming

 Het is altijd belangrijk om eerst contact te zoeken met de betreffende gemeente. Een schriftelijk besluit is namelijk in de meeste gevallen het “toegangsticket” tot de bestuursrechter.

Tegen een schriftelijk besluit van de gemeente staat bezwaar open. Het bezwaarschrift moet binnen 6 weken na de datum van het besluit ingediend zijn. De gemeente zal dan beslissen op het bezwaar. Dat is ook een schriftelijk besluit. Tegen deze beslissing op bezwaar kan men in beroep gaan bij de bestuursrechter.

Heeft de gemeente geen schriftelijk besluit genomen, omdat bijvoorbeeld na een mondeling bevel geen schriftelijk besluit volgt, zoals in voorgenoemde situatie, dan staat enkel de weg naar de civiele rechter open. Bij de civiele rechter gaat de procedure over de (mogelijke) onrechtmatige overheidsdaad. De gemeente heeft nagelaten een schriftelijk besluit te nemen en door de handhavende actie, is er schade ontstaan. In het kader van voorgenoemde situatie bestond de schade onder andere uit het opnieuw inplannen van de werknemers die de werkzaamheden moesten uitvoeren.

Onrechtmatige overheidsdaad

Als een schriftelijk besluit van de gemeente uitblijft, spreken we van een onrechtmatige overheidsdaad. Een onrechtmatige overheidsdaad is complex om te bewijzen. Er moet maar liefst aan zeven vereisten worden voldaan. De normale burger of een bedrijf zal moeten bewijzen dat er sprake is van deze zeven vereisten.

Ten eerste moet bewezen worden dat de handeling of het besluit onrechtmatig is. Ten tweede moet bepaald worden of de onrechtmatige daad toerekenbaar is aan de gemeente. Ook wordt er gekeken naar relativiteit en causaliteit. Daarnaast moet er schade zijn. Als laatste moet nagegaan worden of er sprake is van eigen schuld en of verjaring niet aan de orde is.

Zo is de procedure met betrekking tot de onrechtmatige overheidsdaad een gecompliceerde procedure. Een duidelijke voorkeur is om contact met de gemeente op te nemen om alsnog een schriftelijk besluit uit te lokken.

Hoe verder met ons ‘geval’

Het schriftelijk besluit van de gemeente is nog steeds niet ontvangen. Er zal dus een brief opgesteld gaan worden. Mogelijk komt er ook overleg op bestuurlijk niveau.

Heb je ook wel eens met handhaving te maken gehad en had je het idee dat dit niet terecht was? Neem contact met ons op of geef je op voor het gratis vragenuurtje vergunningen. We horen graag je verhaal.

VRAGENUURTJE